We kunnen maar moeilijk met slechte dagen overweg, laat staan dat het weken of maanden zijn. Vaak leren we als kind al om negatieve emoties te onderdrukken, waardoor we geen idee hebben wat we ermee aan moeten als ze ineens naar boven komen.
Vijf jaar lang worstelde Nowelle Barnhoorn (die zichzelf tot dat moment als zeer veerkrachtig beschouwde) met een burn-out en een depressie. Om zich beter te voelen greep ze allerlei adviezen aan: van diëten, yoga en meditatie tot een rits aan ‘leuke dingen’. Ondertussen ging ze zich slechter en slechter voelen. De uiteindelijke acceptatie dat je slecht voelen er óók bij hoort en dat je dan vooral heel lief voor jezelf mag zijn, veranderde alles; van de nacht in de dag.
In Dwars door het donker deelt Barnhoorn haar zoektocht in het duister en welke bronnen haar erdoorheen loodsten. Ze breekt een lans voor verdriet dat een uitweg zoekt en boosheid die gehoord wil worden, en voor alle dingen die we liever niet zien, liever niet voelen, liever niet zijn. Het boek is geschikt voor mensen die in een crisis verkeren, maar ook voor wie nóg beter wil leren om donkere emoties te omarmen en zichzelf te accepteren met alle eigenaardigheden die erbij horen.